De boermarke of marke is een eeuwenoude vereniging van zelfstandige dorpsbewoners die de gemeenschappelijke eigendommen van dat dorp beheert. Het woord marke wordt ook gebruikt om het gebied mee aan te geven dat bij een dorp hoort.
Dorpsplein
De (boer)marke bestond hoofdzakelijk op het platteland in het oosten van Nederland (Drenthe, Overijssel, met name Twente, en Gelderland, met name Veluwe en Achterhoek). In de Middeleeuwen ontstonden hier permanente nederzettingen, de buurschappen. Het gaat dan veelal om brinkdorpen, bestaande uit een aantal boerderijen gegroepeerd rondom een gezamenlijk dorpsplein (de brink).
Weetje: De brink is het "plein" in een dorp dat vaak bestaat uit gras en bomen. De brink is van oorsprong het veld waar het vee werd verzameld, om daarmee als kudde naar de gemeenschappelijke gronden te gaan. De brink lag dan ook van oorsprong aan de rand van het dorp (vergelijk het Engelse brink = rand). Later vond meer bebouwing rond de brink plaats, zodat brinken zich nu binnnen het dorp bevinden.
Macht
Elke buurschap had een afgebakend grondgebied ter beschikking, de marke (letterlijk betekend marke "grens"). De marke was als onverdeeld grondgebied in gezamenlijk eigendom van de zelfstandige dorpsbewoners, die er elk een vastgesteld aandeel in hadden. Dit aandeel wordt waardeel genoemd. De hoeveelheid waardelen die iemand bezat bepaalde, hoeveel macht hij had in de boermarke en daarmee in de buurschap.